Slechthorend?

  • Zeg aan de mensen dat je slechthorend bent en geef aan hoe ze met jou moeten communiceren.
  • Durf om hulp vragen aan mij en aan anderen.
  • Kom (en blijf) in mijn buurt als je iets vertelt of vraagt.
  • Zeg heel specifiek wat je wél begrepen hebt als je denkt dat je een deel mist.
  • Denk niet te snel dat je iets begrepen hebt.
  • Het is gemakkelijk om te zeggen: ik wist het niet, want je hebt het niet verteld. Je moet het ook eens vragen als je iets wil weten. Wij kunnen niet alles herhalen, duidelijk maken. De goede wil en de inspanningen moeten van twee kanten komen.
  • Jij kan niet alles weten en verstaan, ik doe dat evenmin.
  • Ik kan bij een gesprek met anderen niet alles onthouden en herhalen maar ik doe mijn best om een samenvatting te geven.
  • Zie mij niet als jouw enige venster op de wereld. Ook andere mensen en hulpmiddelen kunnen je op weg helpen.
  • Laat ons, als we samen een moeilijk gesprek met anderen moeten voeren, op voorhand codes afspreken om bepaalde communicatiestoornissen te vermijden.






Goedhorend?

  • Spreek mij niet aan vanuit een andere kamer.
  • Laat me niet tegen het licht kijken als je met me praat.
  • Knoop geen uitgebreid gesprek aan als we elkaar niet aankijken.
  • Zorg ervoor dat ik weet waarover jij praat.
  • Spreek de taal die ik het best versta (al dan niet dialect).
  • Herhaling kan vermeden worden: als je me aankijkt en luider, duidelijker en trager praat.
  • Als je toch moet herhalen, doe het dan rustig en liefst met andere woorden. Als herhaling niet lukt, schrijf het dan op.
  • Zeg aub niet “laat maar”, wind je niet op als ik het niet verstaan heb. Zuchten en met de ogen draaien maken mij zenuwachtig.
  • Ik beslis graag zelf wanneer ik wil deelnemen aan een gesprek of wanneer ik wat rust wil. En als ik wil deelnemen aan het gesprek wil ik graag dat er een inspanning gedaan wordt om mij volop te betrekken.
  • Durf belangrijke boodschappen van anderen te herhalen.