Op dinsdag 29 november nam Gina Welleman deel aan het “hybride” overleg (deels via ZOOM, deels life aanwezig) van het VPP (Vlaams Patiënten Platform) omtrent participatie van patiëntenverenigingen in ELZ (Eerste Lijn Zones).
In 2019 werden in Vlaanderen 60 ELZ’s opgericht met als doel een betere coördinatie en samenwerking tussen lokale overheden en zorgverleners.
Patiënten (via hun verenigingen) worden hier vertegenwoordigd als “PZON’s” (Personen in zorg en ondersteuningsnood).
De ervaring van deelnemers aan dit overleg was unaniem: de vertegenwoordiging van “patiënten” is verhoudingsgewijs (tegenover vertegenwoordiging lokale besturen en zorgverleners) in de minderheid. Bovendien hebben mensen die als “PZON” deel uitmaken van een ELZ vaak het gevoel dat ze door de ”professionals” niet altijd als evenwaardige gesprekspartners worden erkend. Zorgverleners gaan er gemakkelijk van uit dat zij een degelijker kennis van de zorgnoden hebben (en gebruiken gemakkelijk een medisch jargon waar je als leek moet durven vragen om alles in mensentaal te vertellen). Als “patiëntenvertegenwoordiger”, PZON, moet je dus je mannetje staan in het overleg.
Waar enkele verenigingen vaak een positieve ervaring mee hebben is dat de ELZ’s wél bij hen ten rade gaan en rekening houden met hun expertise en vragen of deze “patiëntenvereniging” zich kenbaar maakt bij de ELZ’s én ook regelmatig nieuwsbrieven en andere communicatietools gebruikt om hun werking en missie onder de aandacht te brengen. Niet enkel zichzelf kenbaar maken is belangrijk maar aansluitend ook actief (via mail) vragen of de patiëntenvereniging effectief iets kan betekenen voor de ELZ en een persoonlijke communicatie opstarten. Zo houden we “de vinger aan de pols” en worden wij hopelijk actiever betrokken bij werkgroepen en plaatselijke initiatieven.